Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ahazia [3]viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden, en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt [4]Baal-zebub, den god van [5]Ekron, of ik van deze krankheid [6]genezen zal. 3. Te weten, wandelende op het dak van zijn huis, waarin een tralievenster was om de opperkamer licht te geven. 4. De naam van een afgod, betekenende een heer, of meester der vliegen. Alzo is hij genoemd geweest [gelijk men meent] omdat hij aangeroepen werd tot verdrijving van zekere schadelijke vliegen, waarmede de inwoners van Palestina geplaagd waren; of omdat in zijn tempel altijd veel vliegen waren, zittende op de offeranden der beesten, die hem ter ere in grote menigte geslacht werden; of ook, omdat deze afgod de gedaante ener vlieg [gelijk enigen schrijven] gehad heeft. Dezen naam hebben de Joden den overste der duivelen gegeven, Matth.12:24; Mark.3:22, zo uit haat en verfoeiing van den afgod, als tot verkleining en versmading van de macht des duivels. 5. Zie van deze stad, Joz.15:45, en Joz.19:43; Richt.1:18. 6. Hebreeuws, leven zal; alzo Num.21:8,9.